Op 5 november, dit jaar zeventig jaar geleden, werd het Noordwest-Brabantse dorpje Oudemolen, waar mijn vader Harry Akkermans opgroeide, bevrijd. Tijdens de gevechten hielden mijn vader en zijn familie zich schuil in de schuilkelder die hij had gebouwd achter hun huis. Dit is een fragment daarover uit Bestemming Soerabaja. Een verzwegen verleden in Nederlands-Indië:
Het weer was totaal omgeslagen. Er kwam geen einde aan de regen en de wind was guur. De inslagen klonken steeds dichterbij en ze sliepen elke nacht in de schuilkelder: vader, moeder, alle kinderen, opoe, haar vriend Jan Punt en Truus. De kelder was ongeveer anderhalve meter hoog en op de bodem hadden ze matrassen gelegd waarop ze zaten of sliepen. Ze hadden er dekens en een voorraad kaarsen. Ook hadden ze water, gerookte paling, ham en brood. Moeder en Truus zongen liedjes. Om de kleinste kinderen gerust te stellen, en misschien hen allemaal.
Een zware beschieting begon en Oudemolen werd bestookt met geallieerd granaatvuur. Zo pakten de Engelsen dat aan, wist Harry: eerst flink wat granaten, daarna zouden de voetsoldaten komen. ’s Nachts hoorde hij hele groepen Duitsers met hun materieel langs hun huis trekken, die bij Willemstad het water over wilden steken. Ze lagen regelmatig onder trommelvuur, waarbij granaten razendsnel achter elkaar werden afgevuurd en de hemel rood kleurde. Ze wisten nooit waar de granaten zouden neerkomen en van de spanning sliepen ze nauwelijks meer. Bij het flauwe licht zag Harry de wallen onder de ogen van zijn familieleden en hun ingevallen gezichten. Het geweer- en mitrailleurvuur klonk dichterbij, en ze kwamen de schuilkelder bijna niet meer uit.
Na een lange, rusteloze nacht in de schuilkelder lagen ze in de frisse ochtend van zondag 5 november 1944 opnieuw onder zwaar trommelvuur. De ene na de andere granaat ontplofte in de omgeving. Harry keek op zijn Zwitserse polshorloge. Het grijsleren bandje was in de loop der jaren donkerder geworden, het klokje werkte nog steeds. De aanval leek een eeuwigheid te duren en ze waren bang er niet levend uit te komen toen granaten ook op en nabij de schuilkelder ontploften. Bij iedere ontploffing dreunde de grond, vielen brokken aarde over hen heen en krompen ze ineen.
De familie overleefde, maar hun huis was getroffen door dertien granaten en er slecht aan toe. Een week na de bevrijding meldde mijn vader, destijds zeventien jaar, zich aan als oorlogsvrijwilliger om ook de rest van het land te helpen bevrijden. Hij moest nog even wachten totdat hij achttien jaar was, maar toen vertrok hij samen met maten uit Roosendaal richting Engeland en Schotland, om uiteindelijk – na de capitulatie van Duitsland – in de VS opgeleid te worden tot marinier.
De jongens zouden samen met de Amerikanen gaan vechten tegen Japan, dat Nederlands-Indië nog bezet had. Maar Japan capituleerde en al snel brak in Nederlands-Indië een hevige onafhankelijkheidsstrijd uit. In plaats van naar huis te gaan nu de Tweede Wereldoorlog voorbij was, werden de jongens per schip richting Indië gestuurd, om daar in een nieuwe oorlog te belanden.
Over deze en andere dingen vertel ik tijdens een lezing op donderdag 20 november 2014, om 20 uur, bij Boekhandel Muilenburg in Willemstad, dat op een paar kilometer afstand van Oudemolen ligt. Locatie van de lezing: Van Bellen Art, Voorstraat 29, Willemstad.
[…] Terug naar de wortels: lezing in Willemstad […]